Wat met scope 3 emissies?
SBTi hecht veel waarde aan het reduceren van scope 3 emissies. Indien de scope 3 emissies meer dan 40% uitmaken van de totale emissies van een bedrijf – dit is zo voor de meeste bedrijven – moeten ook de scope 3 emissies meegenomen worden in de KT-doelstellingen. De KT-doelstelling voor scope 3 emissies moet minstens een reductie van 2,5% inhouden t.o.v. het referentiejaar. Alternatief kunnen bedrijven opteren voor de doelstelling om de voornaamste leveranciers en klanten ook science-based targets te laten opstellen.
Voor NZ-doelstellingen moeten de scope 3 emissies altijd meegenomen worden. Ook hier geldt dat de uitstoot van broeikasgassen met minstens 90% gereduceerd moet worden, en dat de overblijvende emissies gecompenseerd moeten worden.
Hoe begin ik eraan?
De eerste stap richting science-based targets is een goede nulmeting van de uitstoot van broeikasgassen van je bedrijf. Deze carbon footprint moet uitgevoerd worden volgens de principes van de Greenhouse Gas Protocol Corporate Standard. Deze carbon footprint moet de scope 1 en scope 2 emissies bevatten, en minstens een inschatting of screening van de scope 3 emissies. Van daaruit kan je de doelstellingen en pad volgens SBT bepalen en acties uitwerken om deze doelstellingen stap voor stap te bereiken.